VOEGMETHODEN
Fineervellen worden na het snijden verpakt in boekjes van circa 25 stuks, zo'n fineerpakket met opeenvolgende fineervellen wordt een fineerboek genoemd.
Deze fineerboeken zijn voorzien van een etiket met daarop: de werkende breedte, lengte en een serienummer. De boeken worden per stam op een pallet verpakt om kleur- en kwaliteitsverschillen te voorkomen.
Tijdens de productie wordt het gewenste fineer geselecteerd op beeld en kwaliteit. De gesorteerde fineerboeken worden in de breedte recht gesneden en ontdaan van eventueel gebrek. Al het schoon gesneden fineer wordt aan de smalle lange zijde voorzien van lijm en aan elkaar gevoegd (verlijmd). Er ontstaat een vel ter grote van de basisplaat waarop het gevoegde vel wordt verlijmd. De meest voorkomen voegmethoden zijn:
Boekvorm (bookmatch)
Bij deze traditionele voegmethode wordt fineer uit één fineerboek toegepast. Ieder fineervel in het boek heeft een gelijke breedte, tekening en structuur. Tijdens het productieproces worden de bovenste twee fineervellen als een boek opengeslagen en komen gespiegeld naast elkaar te liggen. Hier komt de naam boekvorm vandaan. Deze handeling wordt herhaald zodat een repeterend beeld van links naar rechts ontstaat, over de gehele breedte van het dragermateriaal. Bij het openslaan van het eerste fineerdeel komt de onderzijde van het fineer naar boven te liggen, het deel eronder ligt met de bovenzijde naar boven gericht. Het draadverloop aan het oppervlak van de gefineerde plaat verspringt hierdoor per fineerbaan.
Het veranderen van draadverloop kan leiden tot onderlinge kleurverschillen van de in boekvorm gevoegde fineerdelen. Hoek van (licht) inval is hoek van (licht) uitval. Herkenbaar als lichte en donkere banen met gelijke tekening en structuur.
Beeldafwikkeling
Meerdere fineerplaten met een identiek en repeterend beeld wordt beeldafwikkeling genoemd. Het is echter onmogelijk dat alle platen exact hetzelfde beeld vertonen. De vlamtekening aan de dosse zijde wordt in de richting van het hart steeds iets kleiner. Dit verloop is zichtbaar in één fineerboek. Op een serie platen met beeldafwikkeling is deze verandering van vlamgrootte tussen de eerste en laatste plaat zichtbaar. Gefineerde platen met beeldafwikkeling worden op de dikte kant gekenmerkt met een letter en cijfer. Met de letter, op volgorde van het alfabet, wordt de serie aangegeven. De cijferreeks geeft het aantal opeenvolgende gelijke platen aan. Iedere nieuwe letter is een nieuwe serie. Eén fineerboek bevat circa 25 gelijke fineervellen hierdoor zijn grote series beeldafwikkeling in boekvorm schaars.
Boekvorm gevoegd plaatmateriaal wordt onder andere toegepast bij:
- Exclusief meubilair
- Projecten waar kleine series van gelijke panelen toepasbaar zijn
- Dekkend spuitwerk waarbij de houtstructuur zichtbaar blijft
Massief ogend (mismatch)
Uit diverse fineerboeken wordt fineer toegepast en in een willekeurige volgorde gevoegd, hierdoor zijn meerdere kleurnuances mogelijk op één plaat. Het beeld dat gecreëerd wordt is vergelijkbaar met massief hout. Deze massief ogende voegmethode is mogelijk in “foutvrij” en rustiek fineer, Tijdens de verwerking geeft deze voegmethode meerdere voordelen, de platen zijn “oneindig” naast elkaar te verwerken daar het beeld doorloopt en bij schade of andere gebreken is het relatief makkelijk een nieuwe fineerplaat in te voegen.
Schilfineer
Fineer dat uit een ronddraaiende stam is geproduceerd wordt schilfineer genoemd. Op kwaliteit geselecteerde stammen worden op de gewenste lengte gekort. Deze stammen worden ontdaan van de bast en andere oneffenheden zodat deze een cilindrisch vorm krijgt. De recht gemaakte stammen worden in een machine geplaatst die de stam laat roteren. Een scherpe beitel wordt tegen de draaiende stam gedrukt waardoor een schilfineervel ontstaat met een breedte die gelijk is aan de stamlengte. Vergelijkbaar met het afrollen van een wc rol. Het schilfineer met een dosse tekening dat uit de machine komt wordt op de gewenste lengte gekort, in een oven gedroogd en op kwaliteit gesorteerd.
Dwarsfineer
Bij dwarsfineer wordt in de breedterichting van de basisplaat het fineer gevoegd in plaats van de lengterichting. Het is niet mogelijk dwars op de nerf te schuren, dwars gefineerde platen zijn meestal ongeschuurd. In de fineerhandel is het gebruikelijk dat de eerste maatvoering die wordt genoteerd de lengte van het fineer (de plaatlengte) aangeeft, daarna volgt de breedte maat.