Douglas hout eigenschappen
Douglas is een licht gele tot roodachtige harshoudende naaldhoutsoort die na verloop van tijd oranjeachtig kleurt. Deze traditionele houtsoort wordt gebruikt voor vele toepassingen.
Douglashout komt van origine uit het westen van Noord-Amerika, in Europa is het hout aangeplant. De Botanische naam is Pseudotsuga menziesli (Mirb) uit de familie Pinaceae. De Engelse benaming voor douglas is onder andere Oregon Pine.
Douglas bomen kunnen een hoogte bereiken tot gemiddeld circa 50 meter met een rechte en cilindrische takvrije onderstam van ongeveer 20 meter met een diameter tot ruim een meter.
Rondom het hart komen relatief meer kwasten voor, want het jonge hout stoot moeilijk takken af. Het rechtdradige en kwastvrije hout vormt zich later aan de buitenzijde van de stam.
Het lichte geelbruine rechtdradige hout steekt scherp af tegen het circa 70 mm brede lichte spinthout. De jaarringen zijn duidelijk te herkennen door het kleurverschil van het lichte vroeghout en donker gekleurde laathout. Douglas fineer en massief hout laten op het kwartierse vlak, door de kleurnuances, duidelijke strepen en op het dosse vlak een vlamtekening zien.
Bewerking Douglas
Het harshoudende hout bevat soms kleine harsgangen en of onregelmatig gevormde donkerbruine kleverige harsvlekken. Vanwege het aanwezige hars dient het douglashout voor verlijming en of afwerking goed te worden ontvet.
Afhankelijk van het kwastaandeel en bijhorend draadverloop is douglashout machinaal goed te bewerken, met handgereedschap is het moeilijker. De kans op loszittende kwasten is groot bij gedroogd douglas.
Toepassing Douglas
Douglasfineer wordt toegepast bij de productie van meubels, interieurtoepassingen en als schilfineer voor de triplexindustrie.
Massief douglas wordt onder anderen toegepast als constructiehout, masten, ladderbomen, roeiriemen, kozijnen, ramen, vloeren, gevelbekleding en verandabouw.